Friday, April 1, 2016

Dag 759: De Vijand die je ziet in een Ander is de Vijand die schuilt Vanbinnen





Eén van de dingen die ik tot dusver geleerd heb uit het samenleven in een groep van mensen, specifiek mensen die niet meteen aan je verwant zijn en waar je dus ook niet automatisch een 'verwantschap' of 'connectie' mee ervaart, is dat er een automatische houding van zelf-bescherming en -verdediging bestaat in de geest tegenover die andere mensen in de groep.

En die houding komt aan het oppervlak wanneer iemand bijvoorbeeld een fout maakt of wanneer iemand aan je spullen komt of op de één of andere manier tussen jou en je plannen komt. Het is een houding waarin je in zulk 'n momenten heel snel en scherp reageert met een ervaring van kwaadheid, frustratie of irritatie tegenover de persoon in kwestie. Het is het automatisch en onmiddellijk veronderstellen dat die persoon kwade bedoelingen gehad moest hebben of dat ze je opzettelijk probeerden te kwetsen ofzo.

Die houding van het zien van de ander als vijand is wat er steeds onder het oppervlak lijkt te drijven in relatie tot de mensen om ons heen. We zullen uiteraard wel zo vriendelijk en begrippelijk mogelijk zijn, maar dan vanaf het moment dat iets in je wereld en omgeving misloopt of moeilijk gaat omwille van wat een ander gedaan heeft komt die onderliggende reactie van zelf-bescherming naar boven in de vorm van gedachten waarin je de ander beschuldigt en ervaringen van irritatie, frustratie en kwaadheid. En het is in die automatische reactie dat duidelijk wordt dat onder al de vriendelijkheid in wezen een vijandigheid schuilt in relatie tot de mensen in je omgeving. Maar die verscholen en onderdrukte vijandigheid komt enkel naar het oppervlak in momenten waarin er dingen 'mislopen'.

Ik ben mij zelf pas onlangs gewaar geworden van deze automatische reactie op de mensen om mij heen waarin ik er bijvoorbeeld steeds vanuit ga dat mensen opzettelijk kwade bedoelingen hebben of opzettelijk niet attent zijn of niet genoeg opletten elke keer wanneer er iets gebeurt dat mij in de weg staat op de één of andere manier.

Een voorbeeld is bijvoorbeeld in het delen van een wasmachine waarbij ieder persoon zijn/haar dag heeft om de machine te gebruiken, maar wanneer ik mijn was wil doen merk ik dat er was van iemand anders in de machine steekt. Mijn eerste reactie is er in dat moment één van frustratie op de persoon wiens was in de machine steekt omdat het 'hun dag niet is'. In mijn geest komen dan beschuldigende gedachten naarboven waarin ik hen er bijvoorbeeld van beschuldig dat ze 'om niets geven', dat ze 'achteloos zijn' en 'geen moeite doen om attent te zijn voor een ander'. Wat ik in die gedachten en reacties dus aan het doen ben, is het vormen van een bepaald beeld van de persoon als zijnde een soort van booswicht, namelijk iemand die kwaad doet, een 'slecht persoon'/'slecht karakter'.

Maar in de werkelijkheid is geen enkel mens zomaar 'slecht' of 'kwaadaardig'. Er kunnen zoveel redenen zijn waarom mensen doen wat ze doen, en geen enkele van die redenen is ooit werkelijk 'van slechte aard'. Ik voelde me dus verbaasd wanneer ik zag hoe snel en hoe vaak ik echter ok die manier reageerde waarin ik in momenten een beeld schilderde in mijn geest van een ander persoon als zijnde 'slecht', gewoon omdat ze iets gedaan hadden dat mij persoonlijk in de weg stond en waarvan ik persoonlijk dacht dat ze 'het niet hadden mogen doen'.

Sinds ik mij gewaar ben geworden van deze perceptie in mijn geest waarin ik de mensen om mij heen zie als mijn 'vijanden' en in feite zeer snel en zeer makkelijk het ergste denk van hen. En het eigenaardige hierin is dat ik mezelf dus niet herken in anderen. Ik zal dus makkelijk denken dat andere mensen kwade bedoelingen hebben of 'om niets geven', maar ikzelf ben in mijn ogen steeds 'goed' en heb steeds zogezegd 'goede bedoelingen'. Dus vroeg ik mezelf af van 'waarom is dat eigenlijk, dat ik niet zie, besef of begrijp dat andere mensen net als ik zijn? Waarom is het dat ik zo een gelimiteerd perspectief heb op mijn realiteit dat ik ervan overtuigd ben dat ik de enige ben die 'goed' is en iedereen die 'ik' niet is, is 'slecht' of op de één of andere manier niet zo 'goed' als ik ben?

En, hoe komt het dat ik nooit gezond verstand heb toegepast en heb beseft dat ik ook maar gewoon een mens ben in deze wereld en dat mensen eigenlijk allemaal min of meer hetzelfde in elkaar zitten en dat hoe ik besta in mezelf en hoe ik in elkaar zit in mijn geest, is eigenlijk precies hetzelfde als wie andere mensen zijn vanbinnen? Dit houdt dus in dat andere mensen mijn 'vijanden' niet zijn, net zoals ik de vijand van anderen niet ben. En dat ik dat dus ook enkel zo zal kunnen zien en ervaren als en wanneer ik mijn eigen reacties van vijandigheid - namelijk de irritatie, frustratie, kwaadheid en beschuldigingen - binnenin mezelf laat vallen.

No comments:

Post a Comment