In het lezen van de
blog Day
513: Nothing to Say alsook de daarop volgende blogs realiseerde ik me dat
hetzelfde patroon als waar de auteur over schrijft ook in mezelf bestaat.
Namelijk het patroon van vaak het gevoel te hebben in conversaties dat ik
'niets te zeggen heb' en over het algemeen de neiging te hebben om stilzwijgend
te zijn en eerder te observeren of te wachten op wat anderen te vertellen
hebben dan me zelf uit te drukken.
En de dimensie die
voor mij specifiek naar voren kwam in dit patroon is de gewoonte om, in een
conversatie met iemand terwijl de ander aan het praten is, in mijn geest te
gedachten te entertainen in verband met wat ik zal zeggen als antwoord op de
persoon. Dit is meestal wat ik doe binnenin mezelf wanneer ik in een gesprek
ben met een ander, is namelijk dat ik mij zorgen ga maken over wat ik zal
zeggen, vanuit een angst dat het gesprek zal stilvallen, angst dat ik niets te
zeggen zal hebben en angst dat het 'vreemd' zal aanvoelen als/wanneer ik niets
te vertellen heb.
Wat ik echter beseft
heb is dat ik zo in een vicieuze cyclus terecht geraak aangezien ik door mij
zorgen te maken over wat ik zelf zal zeggen, vergeet te luisteren naar wat de
persoon in feite aan het vertellen is hetgeen dan op zich weer die angst voedt
van zelf niet te weten hoe ik zal antwoorden eenmaal hij/zij gestopt is met
praten.
Wat ik in dit
patroon ook zie is dat het een enorm oppervlakkige manier is om conversatie te
hebben met mensen. Ik bekommer me immers enkel om die oppervlakkige 'sociale
manieren' en gebruiken en denk enkel aan mezelf, aan wat de ander over mij zal
denken, hoe ik mij zal uitdrukken en gedragen en wie/hoe ik ben in het gesprek.
Zo leer ik de ander echter niet kennen, noch sta ik hen toe mij te leren kennen
aangezien ik mezelf alsook het gesprek zelf en de ander persoon verschuil
achter dat 'sociale gedrag' en die 'sociale codes' die ik belangrijker schijn
te vinden dan de eigenlijke inhoud van het gesprek zelf.
Wat het beste zou
zijn voor mezelf alsook de ander is om onvoorwaardelijk te luisteren, zonder
dat er gedachten op de achtergrond van mijn geest bewegen en zonder dat ik door
allerlei zorgen en angsten in mezelf gepreoccupeerd ben. Het gaat erom dat ik luister
en aanwezig ben in en als een oprecht geven om de ander, zodat ik niet enkel
luister maar vooral ook HOOR wie de persoon eigenlijk is vanbinnen. Willen we
immers niet allemaal een luisterend oor. Niet enkel in de zin van iemand waar
we onze problemen aan kunnen vertellen maar vooral iemand die werkelijk om ons
geeft. Iemand die ons ziet voor wie we zijn. Dit is wat ik voor mezelf wil dus
is het vanzelfsprekend dat het dan ook mijn verantwoordelijkheid is om te geven
aan anderen wat ik wil voor mezelf.