Het
gedragspatroon van luiheid is iets dat ik doorheen mijn leven heb ervaren in
mezelf en iets waar ik mij steeds beschaamd heb over gevoeld omwille van de
negatief geladen connotatie die ik gegeven heb aan het woord 'luiheid' in mijn
geest - en dit mede dankzij hoe ik het woord heb horen gebruiken tijdens mijn
leven wanneer het woord uitgesproken werd als een definitie en omschrijving van
iemands gedrag, van mij of een ander persoon.
En het is
deze beschaamdheid in relatie tot de zelf-definitie van 'luiheid' dat in wezen
het probleem is en zelfs de reden is van waarom 'luiheid' bestaat, waarom het
is dat we 'luiheid' ervaren in onszelf en waarom de ervaring en uitdrukking van
luiheid een persoonlijkheidsstoornis kan worden.
Hoe en
waar luiheid immers ontstaat is door zelf-beoordeling, hetgeen dan ervaringen
produceert van zelf-twijfel, zelf-onzekerheid en zelf-onderdrukking. En, omdat
we het woord 'luiheid' in onze geest gebruiken als een zelf-beoordeling, wordt
het gedragspatroon van luiheid een zichzelf instandhoudend en creërend
fenomeen. Om dit patroon te kunnen doorbreken is het van belang dat we onszelf
gaan onderzoeken en specifiek kijken naar hoe het patroon zich op dit moment in
ons leven afspeelt maar ook hoe we het hebben opgebouwd in onszelf door middel
van onze herinneringen.
Waar dit
patroon begon bij mij was wanneer mijn vader mij bestempelde als 'lui' wanneer
hij mij televisie zag kijken in het midden van de dag wanneer ik geen school
had. Hij had net de hele ochtend in de tuin gewerkt en kwam binnen om mij daar
te zien zitten te 'niksen'. Wanneer hij toen tegen mij zei dat ik 'lui' ben,
reageerde ik daarop met angst, omdat ik de toon in zijn stem ervoer als
aanvallend en reageerde met een angst in mezelf om gestraft te worden.
Door
mezelf te hebben toegepast in een proces van zelf-onderzoek en zelf-verandering
middels het gebruiken van het Desteni gereedschap, heb ik nu echter meer
inzicht in wat er zich werkelijk afspeelde in dat moment. Ik zie bijvoorbeeld
nu in, wanneer ik mezelf in zijn schoenen verplaats, dat hij tijdens zijn
opvoeding zeer vaak dezelfde uitdrukkingen van zijn vader te verduren heeft
gekregen. Vaak wanneer hij zijn tijd spendeerde aan dingen die hem persoonlijk
interesseerde, aanvaardde zijn vader dit niet en werd hij hoogstwaarschijnlijk
ook een aantal keren beschuldigd van 'lui' te zijn, of een 'nietsnut' te zijn
en van 'nooit te doen wat hij moet doen'.
Wanneer
hij dus mij daar voor de televisie zag zitten, werden in zijn onderbewustzijn
al die herinneringen geactiveerd van toen hij zich gedwongen voelde door zijn
vader om zijn eigen interesses te onderdrukken en eerder te gaan doen wat zijn
vader wilde dat hij deed, hetgeen bijvoorbeeld inhield in de tuin te gaan
werken. In naam van het uitleven van de 'zonden van de vaders', hetgeen in
wezen wil zeggen dat we uiteindelijk worden zoals onze ouders, drukte hij zich
in dat moment op precies dezelfde manier uit tegenover mij als hoe zijn vader
zich tegenover hem had uitgedrukt en reageerde ik waarschijnlijk ook in mezelf
op dezelfde manier als hoe hij reageerde op zijn vader.
Wat dus
interessant is om te bemerken, is hoe het woord 'lui' in deze context werd
gebruikt en uitgedrukt, omdat de tonaliteit en de manier waarop het woord werd
gebruikt, een bepaald 'patroon' indiceert dat wordt doorgegeven van ouder op
kind. Omdat, de manier waarop mijn vader het woord uitsprak in dat moment
verankerde zich als het ware in mijn geest en werd vanaf dat moment dan ook de
manier waarop ik dat woord zelf zou gaan gebruiken in mijn eigen geest en in
mijn fysieke uitdrukking. Dit is dus een voorbeeld van een 'voorgeprogrammeerd'
patroon en construct in de geest dat van generatie op generatie blindelings
wordt doorgegeven door middel van hoe wij onszelf overgeven aan hoe de geest
zich in momenten wil uitdrukken, zonder onszelf te onderzoeken of te leren
kennen en dus zonder ooit te overwegen dat we in staat zijn onszelf en de
patronen uit het verleden ten goede te veranderen.
Meer in
de volgende blog...
Kim, lees het leuke boek Lof der Luiheid van Tom Hodgkinson. Weg schuldgevoel ;-)
ReplyDelete