Mijn
relatie met het woord motivatie was er altijd een waarin ik steeds geloofde dat
ik niet bepaald een gemotiveerd persoon ben. In zekere zin had ik angst om
mezelf te motiveren of om mij voor iets gemotiveerd te voelen omdat de
positieve, energetische ervaring van motivatie vaak snel plaats maakte voor een
andere ervaring van neergelatenheid, teleurstelling, apathie en depressie.
Dit omdat
er al snel gedachten in mijn geest opdoemden waarin ik mezelf allerlei redenen
gaf voor waarom datgene waar ik mij gemotiveerd voelde 'niet zal lukken', dat
ik zal falen of al gefaald heb, dat ik het niet zal kunnen en dat ik met andere
woorden gedoemd ben om te mislukken. Het was doordat dit eerder negatief
geladen gedachtenpatroon zoveel krachtiger en invloedrijker leek te zijn dan de
ervaring van motivatie, dat ik uiteindelijk de indruk begon te krijgen dat
motivatie eigenlijk maar onzin is.
Motivatie
en 'gemotiveerd zijn' of 'jezelf motiveren' als wat mensen me soms suggereerden
is jezelf voor de gek houden, dacht ik. Dat is immers hoe ik mij steeds voelde
aangezien ik elke keer nadat ik mij gemotiveerd voor iets voelde, me al snel
teneergeslagen en verslagen voelde en uiteindelijk omwille van die ervaring
compleet ging opgeven. En in zekere zin was dit ook zo. Motivatie was 'onzin'
omdat ik in de eerste plaats niet begreep hoe die polariteit in mijn geest
werkte, waarin ik me langs de ene kant gemotiveerd kon voelen en me dan het
volgende moment langs de andere kant compleet ongemotiveerd en verslagen kon
voelen. Zolang ik van de ene kant naar de andere kant blijf omslagen - van
gemotiveerd naar ongemotiveerd en verslagen - kan motivatie immers nooit echt
zijn.
Wat ik
echter niet besefte is dat het probleem nooit 'motivatie' of 'een gebrek aan
motivatie' op zich was, maar eerder dat ik voor mezelf nooit heb onderzocht hoe
ik persoonlijk het woord motivatie kan leven op een echte manier. Hoe ik met
andere woorden gemotiveerd kan zijn, zonder de dreiging om in elk moment over
te slagen naar het tegenovergestelde. Ik had schaapachtig aanvaard dat
motivatie blijkbaar een bepaald gevoel is dat je jezelf moet aanpraten, waarbij
je bijna moet gaan vechten tegen al de stemmen in je hoofd die je tegenpraten
en waarbij die stemmen uiteindelijk toch de bovenhand krijgen. Ik stelde me
nooit de vraag wat motivatie eigenlijk echt betekent voor MIJ. Hoe kan IK het
woord motivatie leven op een manier die het beste is voor mezelf en die dus
niet die zelf-verslagende gedachtenpatronen in mijn geest zal voeden?
Hier keek
ik dan naar het woord motivatie in de context van mijn proces van zelf-creatie
- mijn proces van het ontwikkelen van mijn uiterste potentieel. En dit omdat ik
mij soms in de ervaring van opgeven bevindt waarin ik mij gedemotiveerd voel.
Het was door deze ervaring en mijn relatie met het woord motivatie te
onderzoeken dat ik tot het begrip kwam dat ik nooit echte motivatie geleefd
heb. Echte motivatie is immers niet zomaar een gevoel. Het is niet iets dat ik
mezelf moet aanpraten.
Echte
motivatie is iets dat ik leef door in de momenten waarin gedachten en
ervaringen van verslagenheid opkomen in mezelf de beslissing te maken om mezelf
niet in die gedachten en emotionele ervaringen te laten vallen. Echte motivatie is als het ware een inherente kwaliteit van
wie ik ben in en als het fysieke bestaan en al wat ik moet doen is mijn
gewaarzijn uit mijn geest halen en tot mijn fysieke lichaam brengen. Het
fysieke lichaam als het leven zelf is als het ware levende motivatie. De
fysieke realiteit is altijd gereed om te groeien, om zich te ontwikkelen, om te
genezen, te veranderen en beter te worden. Het is enkel de geest als gedachten,
emoties en gevoelens die 'opgeeft', 'vermindert' en 'onderdrukt'. Motivatie is
steeds te vinden hier in de eenvoud van het moment van ademhaling, de eenvoud
van het fysieke bestaan. Van zodra ik naar mijn geest ga luisteren, zal die
echte zuivere en natuurlijke expressie van motivatie gecompromitteerd worden.
No comments:
Post a Comment