In
verderzetting van het hoofdstuk over de slachtofferrol en hoe het is dat
wanneer we onszelf slachtoffer wanen van iets of iemand, dat we tegelijkertijd
ook de dader worden, deel ik in deze blog een meer praktisch voorbeeld van hoe
dit fenomeen in z'n werk gaat en hoe het is dat we onszelf en vooral onze
relaties met de mensen in onze wereld saboteren wanneer we onszelf laten vangen
in de illusie van slachtofferschap.
Hoe ik
dit fenomeen heb ervaren in mezelf en mijn leven is bjivoorbeeld in momenten
waarin ik ervan overtuigd was dat de mensen in mijn omgeving mij bijvoorbeeld
buitensloten of op de één of andere manier geen respect hadden voor mij of op
mij neerkeken of niet om mij gaven. En
in deze stellingen in mijn geest vormde ik de perceptie dat ik een
'slachtoffer' ben van waar het is dat ik mijn omgeving van beschuldigde.
Die
ervaring kon soms zo intens zijn dat ik absoluut geen enkele andere uitweg zag
of een andere manier waarop de realiteit kon bestaan. Ik was er met andere
woorden compleet van overtuigd dat de woede die ik ervoer tegenover andere
mensen volledig gerechtvaardigd was. Het was in die momenten dan ook vrij
moeilijk om mezelf zover te krijgen om zelf-vergeving toe te passen.
Wat
echter keer op keer gebeurde was dat ik uiteindelijk uit de woede kwam en wat
volgde was steeds schaamte en spijt omdat ik begreep en inzag dat de
beschuldigingen die ik al die tijd aan het uitvoeren was in mijn geest jegens
de mensen in mijn omgeving tijdens mijn 'woede-aanval', stuk voor stuk
aanvallen waren tegenover die mensen die puur gebaseerd waren op een eenduidige
ervaring in mezelf van woede.
Maar het
feit was dat ik niet eens werkelijk begreep waar de woede in feite vandaan aan
het komen was en dat ik aan het handelen was vanuit impulsen, waarin ik vaak
zelfs humeurig rondliep om aan iedereen als het ware te laten zien dat ik kwaad
ben omdat ik zo vast overtuigd was van de validiteit van mijn eigen emotionele
ervaring.
Wat ik
vond wanneer ik nadien was 'gekalmeerd' en de woede vanuit zichzelf 'verdween',
en ik het gereedschap toepaste om in mezelf te kijken en de oorsprong te vinden
van de woede die ik had ervaren, zag ik in dat de woede telkens afkomstig was
van een punt in mezelf waarin ik mezelf kleiner maakte door mezelf te
beoordelen of door geloofsystemen, ideëen en percepties te vormen over wie ik
ben als zijnde schijnbaar minderwaardig aan andere mensen.
Daardoor
ook dat de spijt en schaamte naar boven komt nadien, omdat ik diep vanbinnen
wel weet dat ik zelf compleet verantwoordelijk ben voor de woede en kwaadheid
die ik in mezelf ervaar en projecteer naar anderen toe, maar tegen dan is het
uiteraard te laat. Hoe kunnen we er dus voor zorgen dat we onszelf en onze
realiteit en relaties met de mensen om ons heen niet saboteren of
compromitteren door woede-aanvallen in onszelf? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat
als en wanneer er woede opkomt in onszelf, dat we er dan op een constructieve
manier mee om kunnen gaan zonder reacties uit te lokken in andere mensen die
ons dan weer in het gezicht terugschieten?