Ik heb
mij doorheen mijn leven en mijn ontwikkeling en opgroeiing als meisje en vrouw
in deze wereld heel vaak heel kwaad gevoeld in mijn geest tegenover 'Mannen'.
En niet zomaar één man in het bijzonder, maar 'alle mannen'. Ik maakte vaak
stellingen in mijn geest zoals 'mannen zijn niet te vertrouwen' en 'mannen
geven nooit echt om mij' en 'mannen zullen mij gewoon misbruiken', 'mannen
hebben geen respect voor vrouwen', enzovoort.
Stuk voor
stuk stellingen en statements waarin ik mezelf als vrouw in feite machteloos
opstel tegenover 'de man' - omdat, als ik die stellingen eens goed bekijk en
onderzoek, dan zie ik dat er eigenlijk verwachtingen en verlangens achter
schuilgaan die in mezelf bestaan tegenover mannen. Bijvoorbeeld, achter de
stelling 'mannen zijn niet te vertrouwen', ligt de verwachting en het verlangen
om mijn vertrouwen in mannen te plaatsen. Achter de stelling 'mannen geven
nooit om mij', ligt de verwachting en het verlangen dat mannen om mij zouden
geven. Achter de stelling 'mannen zullen mij gewoon misbruiken', ligt het
verlangen dat mannen voor mij zouden zorgen -- en achter de stelling 'mannen
hebben geen respect voor vrouwen', ligt het verlangen om respect te krijgen van
mannen.
Omdat ik
mij altijd kwaad, en zelfs woedend, gevoeld heb tegenover 'mannen' - heb ik
nooit ingezien dat er inderdaad persoonlijke verwachtingen en verlangens schuil
gaan achter al die beschuldigingen tegenover 'mannen'. En dat ik mij enkel een
slachtoffer en machteloos voel tegenover mannen en 'wat ze mij zogezegd
allemaal aandoen', omdat ik in de eerste plaats mijn macht heb weggegeven aan
al die verlangens en omdat ik bijvoorbeeld al die dingen die ik van mannen
verwacht en verlang, zoals respect, ondersteuning, aanvaarding en liefde, nooit
aan mezelf gegeven heb.
Ik
bedoel, het is dat idee in mijn geest dat mannen zogezegd al de schuld dragen
van waarom het is dat ik mij zo hulpeloos en machteloos en emotioneel voel in
mezelf in deze wereld - dat mij net in die positie van machteloosheid en
hulpeloosheid plaatst --- omdat ik in feite in mezelf aanvaard heb dat ik niet
van mezelf kan houden, dat ik geen respect voor mezelf kan hebben en dat ik
mezelf niet kan ondersteunen - en dat ik dat allemaal van 'mannen' nodig heb.
Dus,
uiteraard, vanaf het moment dat de 'man' waar ik mijn oog op heb laten vallen
en waar ik dus al die liefde, aanvaarding, respect en ondersteuning van wil en
verlang, mij laat vallen of zich niet uitdrukt tegenover mij zoals ik had
verwacht -- dan komen de beschuldigingen aanzetten in mezelf, waarin ik van die
algemene gegeneraliseerde beschuldigende
stellingen maak over 'mannen', zodat ik een excuus en een rechtvaardiging heb
om mijn woede te kanaliseren naar hem toe en naar 'alle mannen' toe ---en zodat
ik niet hoef in te zien en te beseffen dat die woede die ik ervaar in mezelf in
wezen niets te maken heeft met wat 'mannen' al dan niet doen of wie ze al dan
niet zijn, en zelfs niet met wat deze ene 'man' al dan niet gedaan heeft. Die
woede ervaar ik omdat ik in de eerste plaats allerlei dingen heb verlangd,
gewild en verwacht van hem die niet realistisch waren.
Ik had in
de eerste plaats één of ander ideaalbeeld gevormd in verband met wat ik
verwacht en wil van een relatie, en ik had dan de verwachting gemaakt dat hij
zich daarnaar zou schikken en dat hij die spreekwoordelijke 'prins op het witte
paard' zou zijn. Maar ik nam de tijd niet om hem te leren kennen volgens de
realiteit van wie hij eigenlijk werkelijk is als individu in deze wereld. Ik
wilde wat ik wilde en dus was ik niet geïnteresseerd in de Realiteit.
Dus,
vroeg of laat komt die realiteit toch naar boven en blijkt dat al de ideëen die
ik in mijn geest had opgebouwd over 'de relatie' en over wie hij is en wie
'wij' zijn een leugen zijn. En dan, in de plaats van verantwoordelijkheid te
nemen voor de waanbeelden die ik in de eerste plaats gecreëerd had in mijn
geest die aan het startpunt lagen van waarom en hoe het gekomen is dat alles nu
in het water gevallen is, door eerlijk te zijn met mezelf en in te zien dat ik
mijn persoonlijke verlangens probeerde op te leggen aan de realiteit en dat ik,
door de realiteit te onderdrukken en te negeren, het einde van de illusie niet
had zien aankomen --- in de plaats daarvan, kanaliseer ik mijn woede naar hem
toe en beschuldig ik hem in mijn geest als 'de slechterik'.
En dan
gebruik ik opzettelijk zo van die algemene stellingen over 'mannen', om te
rechtvaardigen voor mezelf waarom het is dat ik kwaad wordt op hem in de plaats
van in te zien dat ik eigenlijk kwaad ben op mezelf omdat ik mezelf heb
voorgelogen. Omdat, 'mannen zijn slecht' en 'mannen zijn klootzakken', dus,
daarom is het ok dat ik mijn woede richt naar 'mannen' in mijn geest.
Wat ik
heb ingezien door het bewandelen van een proces van het corrigeren van mezelf
in relatie tot mezelf en mijn leven en de wezens in mijn leven -- is dat ik,
door mij kwaad te maken op 'mannen', mezelf heel verbitterd maak, omdat ik
mezelf in wezen enkel aan het vullen ben met woede. Ik bedoel, dan maakt het
niet uit of die woede al dan niet 'gerechtvaardigd' is, omdat, het punt blijft
dat ik moet leven met wat ik in mezelf toelaat. Dus, als ik woede toesta te
bestaan in mezelf, tegenover wie of wat dan ook, gerechtvaardigd of niet, dan
is dat wat ik zal ervaren. Dan zal ik geen plezier meer beleven aan het leven
en het feit dat ik besta en dan beroof ik mezelf van het leven zelf - hetgeen
de reden is waarom ik in feite kwaad ben in de eerste plaats.
No comments:
Post a Comment