Monday, April 28, 2014

Dag 487: Vrouwen die Mannen Haten



Ik heb mij doorheen mijn leven en mijn ontwikkeling en opgroeiing als meisje en vrouw in deze wereld heel vaak heel kwaad gevoeld in mijn geest tegenover 'Mannen'. En niet zomaar één man in het bijzonder, maar 'alle mannen'. Ik maakte vaak stellingen in mijn geest zoals 'mannen zijn niet te vertrouwen' en 'mannen geven nooit echt om mij' en 'mannen zullen mij gewoon misbruiken', 'mannen hebben geen respect voor vrouwen', enzovoort.

Stuk voor stuk stellingen en statements waarin ik mezelf als vrouw in feite machteloos opstel tegenover 'de man' - omdat, als ik die stellingen eens goed bekijk en onderzoek, dan zie ik dat er eigenlijk verwachtingen en verlangens achter schuilgaan die in mezelf bestaan tegenover mannen. Bijvoorbeeld, achter de stelling 'mannen zijn niet te vertrouwen', ligt de verwachting en het verlangen om mijn vertrouwen in mannen te plaatsen. Achter de stelling 'mannen geven nooit om mij', ligt de verwachting en het verlangen dat mannen om mij zouden geven. Achter de stelling 'mannen zullen mij gewoon misbruiken', ligt het verlangen dat mannen voor mij zouden zorgen -- en achter de stelling 'mannen hebben geen respect voor vrouwen', ligt het verlangen om respect te krijgen van mannen.

Omdat ik mij altijd kwaad, en zelfs woedend, gevoeld heb tegenover 'mannen' - heb ik nooit ingezien dat er inderdaad persoonlijke verwachtingen en verlangens schuil gaan achter al die beschuldigingen tegenover 'mannen'. En dat ik mij enkel een slachtoffer en machteloos voel tegenover mannen en 'wat ze mij zogezegd allemaal aandoen', omdat ik in de eerste plaats mijn macht heb weggegeven aan al die verlangens en omdat ik bijvoorbeeld al die dingen die ik van mannen verwacht en verlang, zoals respect, ondersteuning, aanvaarding en liefde, nooit aan mezelf gegeven heb.

Ik bedoel, het is dat idee in mijn geest dat mannen zogezegd al de schuld dragen van waarom het is dat ik mij zo hulpeloos en machteloos en emotioneel voel in mezelf in deze wereld - dat mij net in die positie van machteloosheid en hulpeloosheid plaatst --- omdat ik in feite in mezelf aanvaard heb dat ik niet van mezelf kan houden, dat ik geen respect voor mezelf kan hebben en dat ik mezelf niet kan ondersteunen - en dat ik dat allemaal van 'mannen' nodig heb.

Dus, uiteraard, vanaf het moment dat de 'man' waar ik mijn oog op heb laten vallen en waar ik dus al die liefde, aanvaarding, respect en ondersteuning van wil en verlang, mij laat vallen of zich niet uitdrukt tegenover mij zoals ik had verwacht -- dan komen de beschuldigingen aanzetten in mezelf, waarin ik van die algemene gegeneraliseerde  beschuldigende stellingen maak over 'mannen', zodat ik een excuus en een rechtvaardiging heb om mijn woede te kanaliseren naar hem toe en naar 'alle mannen' toe ---en zodat ik niet hoef in te zien en te beseffen dat die woede die ik ervaar in mezelf in wezen niets te maken heeft met wat 'mannen' al dan niet doen of wie ze al dan niet zijn, en zelfs niet met wat deze ene 'man' al dan niet gedaan heeft. Die woede ervaar ik omdat ik in de eerste plaats allerlei dingen heb verlangd, gewild en verwacht van hem die niet realistisch waren.

Ik had in de eerste plaats één of ander ideaalbeeld gevormd in verband met wat ik verwacht en wil van een relatie, en ik had dan de verwachting gemaakt dat hij zich daarnaar zou schikken en dat hij die spreekwoordelijke 'prins op het witte paard' zou zijn. Maar ik nam de tijd niet om hem te leren kennen volgens de realiteit van wie hij eigenlijk werkelijk is als individu in deze wereld. Ik wilde wat ik wilde en dus was ik niet geïnteresseerd in de Realiteit.

Dus, vroeg of laat komt die realiteit toch naar boven en blijkt dat al de ideëen die ik in mijn geest had opgebouwd over 'de relatie' en over wie hij is en wie 'wij' zijn een leugen zijn. En dan, in de plaats van verantwoordelijkheid te nemen voor de waanbeelden die ik in de eerste plaats gecreëerd had in mijn geest die aan het startpunt lagen van waarom en hoe het gekomen is dat alles nu in het water gevallen is, door eerlijk te zijn met mezelf en in te zien dat ik mijn persoonlijke verlangens probeerde op te leggen aan de realiteit en dat ik, door de realiteit te onderdrukken en te negeren, het einde van de illusie niet had zien aankomen --- in de plaats daarvan, kanaliseer ik mijn woede naar hem toe en beschuldig ik hem in mijn geest als 'de slechterik'.

En dan gebruik ik opzettelijk zo van die algemene stellingen over 'mannen', om te rechtvaardigen voor mezelf waarom het is dat ik kwaad wordt op hem in de plaats van in te zien dat ik eigenlijk kwaad ben op mezelf omdat ik mezelf heb voorgelogen. Omdat, 'mannen zijn slecht' en 'mannen zijn klootzakken', dus, daarom is het ok dat ik mijn woede richt naar 'mannen' in mijn geest.

Wat ik heb ingezien door het bewandelen van een proces van het corrigeren van mezelf in relatie tot mezelf en mijn leven en de wezens in mijn leven -- is dat ik, door mij kwaad te maken op 'mannen', mezelf heel verbitterd maak, omdat ik mezelf in wezen enkel aan het vullen ben met woede. Ik bedoel, dan maakt het niet uit of die woede al dan niet 'gerechtvaardigd' is, omdat, het punt blijft dat ik moet leven met wat ik in mezelf toelaat. Dus, als ik woede toesta te bestaan in mezelf, tegenover wie of wat dan ook, gerechtvaardigd of niet, dan is dat wat ik zal ervaren. Dan zal ik geen plezier meer beleven aan het leven en het feit dat ik besta en dan beroof ik mezelf van het leven zelf - hetgeen de reden is waarom ik in feite kwaad ben in de eerste plaats.


No comments:

Post a Comment