Dus, ik
bedoel, wanneer ik terugkijk op mijn proces, en zelfs nu zie ik die specifieke
neiging nog opkomen in mezelf in hoe ik mezelf uitdruk in relatie tot mijn
omgeving - van in een rigide standpunt te gaan in mezelf in relatie tot dingen
in mijn wereld en realiteit, waarin ik een 'mening' in mezelf creëer die ik dan met absolute
zekerheid verkondig aan andere mensen, in feite enkel vanuit het startpunt van
het willen laten zien aan mensen dat ik 'iets weet', dat ik ergens zeker van
ben. Bijvoorbeeld in het voorbeeld dat ik in mijn vorige blog aanhaalde van het
begin van mijn proces waarin ik amper werkelijk wist waar ik aan begonnen was
en wat zelf-vergeving en 'proces' en 'zelf-eerlijkheid' eigenlijk werkelijk is
- toch, wanneer mensen mij er vragen over stelde, verkondigde ik allerlei
stellingen in relatie tot wat al die dingen zogezegd zijn alsof ik wel absolute
duidelijkheid had in mezelf in relatie tot wat het allemaal werkelijk is.
En, ik
bedoel, ik deed dat niet enkel met mijn 'proces', het was in feite met alles zo
- ik wilde gewoon mijn mening verkondigen. Wanneer mensen mij een vraag stelden
over iets, ook al wist ik het niet zeker, vertelde ik de kennis die in mijn
geest bestond over het onderwerp gewoon zodat ik mijn zegje kon hebben en zodat
ik de idee kon planten in mensen hun geest dat ik weet waar ik het over heb.
Dat ik dingen 'weet'.
En dat is
een neiging die ik ontwikkeld heb in mijn relaties met de mensen om mij heen
doorheen mijn leven in het observeren van mensen om mij heen --- waarin ik
telkens de schijnbare zelf-zekerheid observeerde wanneer ik bijvoorbeeld mijn
ouders zag praten met andere mensen, dan vertelden ze dingen met zo'n zekerheid
dat het was alsof zij de absolute waarheid en realiteit in hun handen hadden,
en precies wisten hoe dingen in elkaar zitten en werken in deze wereld en
realiteit.
En dus
werd dat mijn beeld en idee in mijn geest in relatie tot wat het wil zeggen om
een volwassene te zijn in deze wereld - dan moet ik dingen kunnen zeggen aan
andere mensen met absolute zekerheid. Dan moet ik absoluut weten hoe dingen
werken en bestaan. En, als ik dat niet weet, dan moet ik gewoon alsof doen.
Althans dat was de oplossing die ik ervoor gevonden heb: als ik niet zeker ben
van mijn antwoord op vragen, dan doe ik gewoon alsof - dan gebruik ik het
beetje kennis en informatie dat wel in mijn geest zit en dat vertel ik dan op
een manier waarop het lijkt alsof wat ik zeg de absolute realiteit is.
Dit is
een eigenaardige eigenschap wanneer ik het zo bekijk omdat - ik bedoel, op
zichzelf is het enorm zelf-limiterend omdat wat ik eigenlijk aan het doen ben
is dat ik mezelf aan het saboteren ben in mijn leerproces in deze wereld - in
de zin van dat ik niet eens besef dat van al de dingen die ik denk en meen te
weten en al de kennis en informatie die ik vertel aan andere mensen in en als
schijnbare zekerheid, is er eigenlijk weinig tot niets waar ik werkelijk
absoluut zeker ben, in de zin van dat ik bijvoorbeeld niet eens weet of besef
waar mijn kennis en informatie zelfs vandaan komt.
Dus,
terwijl ik zit te doen alsof ik oh-zo-veel weet en alsof ik oh-zo-zeker ben van
wat ik zeg - mis ik de eigenlijke realiteit waar ik in elk moment iets van kan
bijleren omdat ik niet eens wil toegeven aan mezelf, laat staan een ander, dat
er misschien iets ontbreekt in hoe ik de wereld en realiteit versta. Dus,
terwijl ik geloof en denk dat ik het allemaal weet, weet ik eigenlijk niets,
omdat ik elke kans tot leren voorbij laat gaan door al mijn aandacht te
kanaliseren in en naar mijn eigen geest als waanbeelden van mijn eigen
grootsheid.
Wordt
vervolgd in Dag 535
No comments:
Post a Comment