Vandaag
deed er zich een moment voor waarin iemand mij uitnodigde om 'charades' te
spelen. Dat is een spel waarbij je een onderwerp moet uitbeelden en je team
moet dan raden wat je aan het uitbeelden bent om punten te verdienen. En in dat
moment waarin er gevraagd werd van 'wie niet wil meespelen steekt z'n hand
op' stak ik uiteindelijk mijn hand
op omdat er een weerstand in mij opkwam
om dat spel te spelen en ik die weerstand volgde en vertrouwde en aldus mijn
hand opstak.
Maar toen
drong iemand aan en spoorde mij aan om toch mee te spelen en ik werd in dat
moment als het ware geconfronteerd met mijn eigenlijke reden om aanvankelijk
niet te willen meespelen. Die 'weerstand' die ik ervoer om dat spel te spelen,
was niet 'zomaar' weerstand, het was niet zomaar 'geen goesting hebben', hoewel
het dat op het eerste zicht misschien mag lijken te zijn.
In mijn
geest zag ik mezelf voor de groep staan om iets uit te beelden en op dat beeld
in mijn geest reageerde ik dan met een gedachte van 'oei neen, dat wil ik niet
doen, want dan ga ik mij ongemakkelijk en beschaamd en gegeneerd voelen'. Dus
eigenlijk was er een ervaring van angst die opkwam in mezelf in relatie tot het
spelen van 'charades', waardoor ik dan eerder verkoos om toch niet mee te
spelen.
En het is
deze ervaring van angst en die toekomstprojectie waarin ik mezelf het spel al
zag spelen en ervan uitging dat ik mij zus en zo zou voelen die interessant is
om te onderzoeken omdat het mij in wezen aantoont hoe en waar ik mezelf aan het
limiteren ben in mijn expressie en in mijn uitdrukking. Als ik namelijk zomaar
die ervaring van angst en weerstand aanneem als vanzelfsprekend en daardoor
steeds mezelf laat beïnvloeden in mijn beslissingen, dan zal ik mezelf ervan
weerhouden om mezelf te leren kennen in het spelen van charades.
Het kan
misschien maar een 'kleine' kwestie lijken, want 'het is maar een spel', maar
het representeert eigenlijk een groter patroon in mezelf waarin ik mezelf
steeds ervan weerhouden heb om mezelf uit te drukken. Het is namelijk niet
enkel dit soort spellen waarin ik mezelf tegenhoud en ervoor kies om toch maar
niet mee te spelen, maar het zijn ook andere activiteiten waarin ik er steeds
voor kies om mezelf niet uit te drukken. Bijvoorbeeld wanneer het aankomt op
het doen van iets dat betrekking heeft tot een grotere groep mensen, zoals een
publieke toespraak houden of iets bespreken met een groep of zingen in het
bijzijn van andere mensen, enzovoort.
Ik
realiseerde mij dat ik door steeds in die schijnbaar 'kleine' momenten ervoor
te kiezen om mij toch maar liever niet uit te drukken, dat ik telkens opnieuw
mezelf eigenlijk tegenhield en mezelf in feite saboteerde in het ontwikkelen
van mijn expressie, en dat enkel en alleen door die ervaring van angst die naar
boven komt in mezelf, angst om mij gegeneerd en beschaamd te voelen in zo'n
situaties waarin ik mij zou uitdrukken.
Het is
echter zo dat ik mij enkel gegeneerd of beschaamd zou voelen als en wanneer
mijn expressie niet voldoende ontwikkeld is en wanneer ik dus geen
zelf-zekerheid ontwikkeld heb om mezelf uit te drukken. En die zelf-zekerheid
is iets wat ik enkel maar kan ontwikkelen als en wanneer ik mezelf durf uit te
drukken in zulk 'n momenten waarin ik de kans heb, zoals een moment waarin
iemand mij vraagt om charades te spelen.
Wordt
vervolgd in Dag 734
No comments:
Post a Comment