Wednesday, March 19, 2014

Dag 468: Hoe Creëert Aanvaarding in Werkelijkheid Afscheiding?

Dit is een Verderzetting van "Dag 467: Waarom kan ik een Ander Wezen niet Zien als Mezelf?" in mijn proces van het onderzoeken van wat 'zelf-aanvaarding' inhoudt en wat het woord 'aanvaarding' impliceert in praktische, realistische termen.

Omdat, wat eigenaardig is aan het woord 'aanvaarding' en het feit dat dit woord zelfs bestaat als deel van mijn woordenschat - is dat het impliceert dat er ook zoiets bestaat als 'verwerping' of het 'niet aanvaarden' van iets/iemand --- omdat, als aanvaarding echt zou zijn, dan zou ik er niet eens een woord voor nodig hebben, dan zou het gewoon deel uitmaken van mijn wezen, als een realiteit die ik Leef in elk moment van ademhaling.

Dus, in deze blog wil ik een kijkje nemen naar waarom het is dat het woord aanvaarding tegelijkertijd een gebrek of gemis aan aanvaarding impliceert.en betekent. Dit wil immers zeggen dat er iets scheelt aan mijn definitie van het woord en 'begrip' van aanvaarding - omdat, hoe kan die 'aanvaarding' nu eigenlijk echt en betrouwbaar zijn als en wanneer het in wezen niet op zichzelf bestaat, als een stabiele en constante realiteit, maar als en wanneer het bestaat als een tegenpool en balanceringspunt van de tegenovergestelde ervaring?

Want, als ik dat soort gepolariseerde en voorwaardelijke definitie van het woord 'aanvaarding' hanteer en toesta te bestaan in mijn geest en in hoe ik mijn wereld en realiteit zie en begrijp --- dan creëer en manifesteer ik die gepolariseerde definitie in mijn eigen fysieke leven en in mijn fysieke wereld en omgeving --- hetgeen praktisch gezien wil zeggen dat, terwijl ik bijvoorbeeld een ervaring van Aanvaarding zoek, verlang of probeer te manifesteren, ben ik tegelijkertijd in wezen de tegenovergestelde ervaring als verwerping/afscheiding/afwijzing en een gemis aan aanvaarding aan het manifesteren -- omdat mijn defintie van het woord 'aanvaarding' nu eenmaal inhoudt dat het bestaat met een tegenpool en dat het dus niet kan bestaan zonder zijn tegenpool.

Het is dus niet verwonderlijk dat, gezien het woord en concept van 'aanvaarding' en 'aanvaard worden' bestaat in mezelf en in mijn begrip van de werkelijkheid in en als mezelf en wat ik zie met mijn ogen, dat er ook het begrip en concept van 'afscheiding' en 'afwijzing' en 'verwerping' in mezelf en in mijn begrip van de realiteit bestaat. Hetgeen dus wil zeggen dat, om deze consequentie van het woord 'aanvaarding' op te lossen, waarin aanvaarding dus in wezen afwijzing en verwerping creëert, zal ik het concept van 'aanvaarding' moeten loslaten in mijn geest, en kan 'aanvaarding' niet meer bestaan in mezelf. Enkel dan kan ik een levende statement en ervaring zijn van 'aanvaarding' --- wanneer er geen spoor meer is van gepolariseerde woorden en begrippen en betekenissen in mijn geest in verband met wie ik ben in relatie tot mijn wereld en realiteit.

Want, zolang het begrip van 'aanvaarding' in mezelf bestaat, als een tegenpool van 'afwijzing' en 'verwerping' ---  zal afwijzing en verwerping ook in mezelf blijven bestaan als deel van dat gepolariseerde begrip van het woord 'aanvaarding'.

Wat ware 'aanvaarding' dus in wezen is en wil zeggen - is het loslaten van het begrip en concept van wat aanvaarding is in mijn geest, omdat dat begrip getint is door allerlei ideëen en verwachtingen en gedachten in verband met wat 'aanvaarding' wil zeggen, als tegengestelde van 'verwerping' en 'afwijzing'. En, aangezien het begrip 'aanvaarding' gekleurd en getint is door ideëen, verwachtingen en gedachten -- is het een voorwaardelijk begrip, hetgeen op zich dus wil zeggen dat er niet werkelijk sprake is van waarachtige Aanvaarding, omdat de aanwezigheid van gedachten, verwachtingen en ideëen in de definitie van het woord 'aanvaarding' impliceert dat er een uitsluiting plaatsvindt. Omdat, in het baseren van mijn definitie van het woord 'aanvaarding' op ideëen, verwachtingen en gedachten, zeg ik in wezen van 'aanvaarding is dit en niet dat', 'het is zus en niet zo', 'het is op die manier maar niet op deze manier', 'het houdt dit in maar niet dat' --- en, dat is niet 'aanvaarding', dat is uitsluiting.

Echte Aanvaarding zou zijn om geen definities, ideëen of gedachten te creëren omtrent wie ik ben of wat de realiteit is of wie ik ben in relatie tot mijn wereld en realiteit --- omdat, zolang er sprake is van gedachten, definities en ideëen ben ik bezig met het creëren van uitsluiting en afscheiding en afwijzing/verwerping. Vanuit dit perspectief bestaat 'aanvaarding' niet - althans toch niet op de manier waarop ik het altijd heb begrepen --- en dus is 'aanvaarding' iets dat ik nog moet leren kennen door middel van het daadwerkelijk Leven van dit woord en het onderzoeken van hoe ik dit woord kan Leven in en als mijn fysieke dagelijkse bestaan hier in mezelf, zowel als in mijn relatie tot mijn realiteit.


Wordt Vervolgd in Dag 469

No comments:

Post a Comment